Likeconomy +1: De noodzaak van het digitale schouderklopje

Denk even na over het volgende feit: wij krijgen in een week tijd meer informatie op ons af dan iemand in de middeleeuwen gedurende zijn hele leven. Een alsmaar groeiende stroom aan content voorziet ons inmiddels ruimschoots in onze dagelijkse behoefte naar informatie (infobesitas). Het is slechts een kwestie van tijd voordat we te maken krijgen met een informatieoverload en we de grenzen van wat we kunnen opnemen overschrijden. Zeker gezien het groeipotentieel van bijvoorbeeld de sociale netwerken. Het aanbieden van relevante content wordt belangrijker dan ooit. Gelukkig verschijnen er steeds meer tools die voor ons de krenten uit de pap gaan halen. Dit principe van ‘social proof’, wat ervan uitgaat dat de massa meer kennis bezit dan het individu, zal de komende jaren een steeds grotere rol gaan spelen.

Contentwaardering is echter niet alleen een must voor deze vormen van datamining. Ook voor producenten van content en individuele gebruikers (delers) is feedback van groot belang. Alleen op die manier krijgen ze inzicht in de behoeftes van hun volgers of vrienden en kunnen ze hun persoonlijke content strategie optimaliseren.

En Twitter?
Een sluitend mechanisme voor contentwaardering is in mijn ogen een groot gemis aan Twitter. Op Twitter kun je content enkel waarderen door een bericht opnieuw te delen met jouw volgers, door te reageren of misschien door op een link te klikken. In dat laatste geval is moet de afzender bovendien wel de doorkliks goed monitoren. Ik mis hierin eigenlijk dus een soort tussenvorm. Er is teveel boeiende content om alles met iedereen te delen. Bovendien heb ik niet altijd een inhoudelijke reactie en bevatten veel Tweets geen link. Daarom zou een digitaal schouderklopje in de vorm van een ‘Like!’ (Twike?) ook op Twitter niet misstaan.

Like the Like!
Aan al het bovenstaande is echter een belangrijke ‘maar’. Een contentwaarderingsmechanisme functioneert (alleen) als gebruikers hier aan meewerken. En hoewel de ‘Like’-button inmiddels een bekend begrip is, blijft het gebruik hiervan in mijn beleving in ons land nog enigszins achter. Zeker bij beginnende netwerkers. Hetzelfde geldt ook voor de +1 van Google; het is afhankelijk van onze participatie en dat kan een heikel punt zijn. Terwijl het, zoals ik hierboven betoog, zowel functioneel is als leuke en nuttige feedback oplevert voor degene die content deelt.

Met andere woorden: ‘Let’s Like the Likes!’

Joost

(Dit bericht verscheen eerder op Marketingfacts.nl)

Geen opmerkingen: