Oorlog en Vrede…en moderne communicatie

Vandaag herdenken we de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en morgen vieren we Bevrijdingsdag. Traditiegetrouw betekent dit dat we veel oude beelden van de bevrijding te zien, en krakende radiofragmenten van Radio Oranje te horen krijgen. Best bijzonder ook om te bedenken dat drie van onze grootste (dag)bladen – Parool, Trouw, Vrij Nederland – rond de Tweede Wereldoorlog zijn ontstaan. De media speelden een belangrijke rol voor de verzetsbewegingen, maar minstens zo belangrijk waren ze voor het moreel van de bevolking. Niet iedere Nederlander nam actief deel aan de strijd, maar iedereen was wel slachtoffer van de onderdrukking. Veel mensen luisterden heimelijk naar een verstopte radio en lazen stiekem een verboden krant om te horen hoever de geallieerden waren met hun opmars.

Datzelfde verschijnsel is ook waar te nemen bij de revoluties die nu gaande zijn in het Midden- Oosten. Radio en krant als ‘illegale media’ zijn daarbij vervangen door internet. Social media zijn een belangrijk middel voor de opstandelingen om elkaar te informeren, maar ook om de rest van de onderdrukte bevolking een steun in de rug te geven. Zij kunnen niet vertrouwen op de officiële media van hun regering en maken dankbaar gebruik van Twitter, Facebook en YouTube om op de hoogte blijven van wat er werkelijk gebeurt.
In iedere oorlog, revolutie en vrijheidsstrijd spelen de beschikbare media een zeer belangrijke rol bij het mobiliseren van medestrijders en het hooghouden van het moreel van de bevolking. De technische mogelijkheden verschillen per generatie en per revolutie. Met als belangrijkste ontwikkeling dat de middelen steeds veelzijdiger zijn geworden: van tekst en fotografie naar zwart/wit bewegend beeld zonder geluid tot kleurenfilm met geluid. Maar ook steeds sneller: van post(duif) en telegraaf via telefoon en radio tot televisie tot internet.

En zo blijft ook herinnering aan iedere strijd bewaard met geheel eigen beelden. Iedereen kent de foto’s en eerste stomme films over de Eerste Wereldoorlog en de groots opgezette (propaganda)bioscoopjournaals en radioprogramma’s uit de Tweede Wereldoorlog. De kleurenfilms en ‘embedded’ verslagen van de Vietnamoorlog en Golfoorlog die mogelijk werden door kleinere camera’s. En nu dan de social media waarmee iedere demonstrant en verzetsstrijder zelf, vanaf de frontlinie, beelden met z’n telefoon maakt, die wij dezelfde avond op het journaal zien.

Rest nog één vraag: al die oude kranten en televisiejournaals worden keurig bewaard in officiële archieven. Maar waar vinden we over honderd jaar de Facebook- en Twitter-berichten die verslag deden van de Arabische lente? En wie gaat de YouTube-filmpjes archiveren voor de volgende generatie?

Nienke

Geen opmerkingen: