Mediatraining: zegen of vloek?

Zo nu en dan komen er verzoeken binnen van vakbladen om een visie op iets te verwoorden. Het eind van het jaar is daar een populaire periode voor. Het orgaan van de School voor Journalistiek, ‘De Paduaan’, had mij gevraagd om als representant van wat bij deze journalisten in opleiding consequent de ‘dark side’ wordt genoemd, een visie te geven op mediatraining. Een kolfje naar mijn hand omdat ik een vaste aanhanger ben van zo natuurlijk mogelijk communiceren in plaats van het aanleren van verbale trucjes. Onderstaand is het resultaat.

Mediatraining: zegen of vloek?
Een persinterview is een kijkje in de wereld van iemand anders. De journalist wil weten wat iemand doet, wat hem of haar beweegt. Maar al te vaak komt het niet tot een uitwisseling van informatie en is de geïnterviewde of woordvoerder in de praktijk een buffer tussen een organisatie en de media. Vaak krijgen mediatrainingen daarvan de schuld. Geïnterviewden gaan trucjes toepassen in plaats van een open gesprek voeren. Dat aangeleerde gedrag heeft vaak zo’n invloed op het eindresultaat, dat het de noodzakelijke werkrelatie met de pers eerder bederft dan goed doet. En bij de televisiekijker of krantenlezer ontstaat gemakkelijk het beeld dat iemand iets te verbergen heeft.

Ook binnen de sport wordt er veel aandacht besteed aan het aanleren van woordvoeringstrucjes. Neem de huidige generatie profvoetballers. Deze groep wordt omgeven door sportpsychologen. Alleen als voetballers goed in hun vel zitten, zelfvertrouwen hebben en van hun eigen kracht uitgaan, komen ze op het veld goed uit de verf. Ze leren de reputatie van de tegenstander te negeren, hun angsten te beheersen en de ruimte op het veld vrijmoedig te pakken. Daarnaast verwacht een coach van een speler dat hij de wedstrijd ‘leest’. Gek dat spelers en coaches al deze lessen meteen vergeten als ze de pers te woord staan. Het uitgangspunt is angst en dat zie je aan hun ogen. Dit terwijl het hier toch ook gaat over een vorm van topsport. Zo moet een geïnterviewde bijna altijd onder druk presteren. De journalist wil veel en vooral in korte tijd. Daarnaast moet het verhaal helder zijn, een goede indruk geven en de journalist/lezer/kijker moet er iets aan hebben. De pers van de juiste informatie voorzien, is werken onder druk en prestatiegericht. Een prestatie die je ondanks je eigen valkuilen moet verrichten. En reken maar dat valkuilen onder druk extra worden uitvergroot: ieder voordeel ‘heb’ namelijk zijn nadeel.

Sporter, bobo, of directeur, als ik woordvoerders voorbereid op een persinterview, zorg ik ervoor dat de persoonlijke valkuilen snel boven water komen. Als die eenmaal op tafel liggen, kan de trainee zichzelf tijdens een gesprek controleren en coachen. De basis van goede woordvoering namens je organisatie is dat je zelf goed in je vel zit. Hoe voorkom je dat je verstijft en hoe leer je ontspannen, abstraheren, ademhalen, concentreren en bewegen? En dat alles op gevoel. In mijn trainingen gebruik ik geen camera’s, dat leidt maar af. Een perstraining is een cursus in authentiek blijven en dat gevoel steeds weer kunnen oproepen.

Vanzelfsprekend zijn een goede inhoudelijke voorbereiding en kennis cruciaal, maar ik ben er niet om te overhoren. Een relatie is gebaseerd op vertrouwen en vertrouwen ontstaat bij de gratie van overtuiging, authenticiteit en congruentie. Dit laatste is de overeenstemming tussen denken, voelen, houding en spreken, zeg maar het tegenovergestelde van liegen. Iedereen kent het beeld van iemand die met zijn mond het ene zegt en met zijn ogen of lichaam iets anders. Daar prikt iedereen doorheen.

In het afgelopen jaar is er veel gezegd over het nieuwe ondernemen, dat transparant en authentiek moet zijn. Het nu nog creëren van menselijke antwoordrobots die op basis van aangeleerde trucjes dertien in een dozijn verhalen vertellen, is de klok achteruit zetten.

Charly

Geen opmerkingen: